In mei 2019 deed ik (met meer dan 80 anderen) mee aan een schrijfwedstrijd van de Schrijversacademie.
Ik kwam uit bij de laatste 10. De top 3 haalde ik vervolgens niet.  
Dit was mijn verhaal, waarbij de eerste zin (Hij gooide nog even haar schoenen in de vuilnisbak.) 'verplicht' was. 

Een lang weekend
Hij gooide nog even haar schoenen in de vuilnisbak. De voeten zaten er nog in.
Goed dat hij dat toch nog had gedaan. Hij had op bloed gerekend, veel bloed. Maar hij had niet verwacht dat botten zo moeilijk door te zagen waren. Het hoofd van de romp scheiden was emotioneel het zwaarste, maar dat ging relatief makkelijk en snel. Hij was verbaasd geweest hoeveel tijd en kracht het kostte om de ledematen van het lichaam te scheiden. Hij had niet veel trek gehad om ook bij de enkels nog aan de slag te gaan, maar nu was hij blij dat hij had doorgepakt. Met een beetje passen en meten kon hij het lichaam nu in verschillende pakketten in een keer in de vuilcontainer gooien. Als het donker was.
Met beter gereedschap was de klus sneller geklaard, maar die gedachte was zinloos. Hij was niet van plan dit nogmaals te doen. Nu nog even de tien velletjes van de vingertoppen verbranden en een paar tanden door het toilet spoelen en dan zat het erop.

Eerder die donderdag
Hij had zijn best gedaan op de maaltijd. Alle dingen waar ze zoveel van hield had hij in het recept verwerkt. Het zou smullen worden, voor hen beiden.
Hij had haar keurig op tijd opgehaald en geen ruzie gezocht. In de auto klonk haar favoriete muziek, die hij speciaal voor deze gelegenheid op een CD had gebrand.
`Zwaai je niet even naar je moeder? Ze gluurt door de gordijnen.’ Ze schudde haar hoofd, waarbij haar paardenstaart als een klepel in een kerkklok heen en weer slingerde.
‘We hebben ruzie.’
Niets nieuws onder de zon; hij kon het mens ook niet uitstaan.
Hij verraste haar met een bioscoopje en daarna gingen ze in een vrolijke stemming naar zijn huurhuis. Sinds de echtscheiding woonde hij weer als vrijgezel, maar de ambiance had meer weg van een studentenkamer. Als de nood hoog is, pak je elk dak boven je hoofd dat je kunt krijgen. Je denkt dat er in de nabije toekomst vast een leuk appartement vrijkomt, maar je weet dan nog niet dat je de financiële middelen voor een leuke woning, koop of huur, niet hebt. Na het betalen van de kinder- en partneralimentatie bleef er verrekt weinig geld voor hem over.
Omdat ze moe was na de reis, de film, de maaltijd, gaf hij haar nog een kop thee en liet haar op tijd naar bed gaan. De smaak van de thee had geen argwaan gewekt; het bleek haar zelfs goed te smaken. Die horde had hij alvast goed genomen. Natuurlijk dronk hij gewoon zijn zwarte koffie. Geen thee voor echte mannen!
Toen hij zeker wist dat het slaapmiddel zijn werk had gedaan, liep hij naar het gammele schuurtje dat zich bevond aan het eind van zijn tuin, die de naam niet verdiende. Hij pakte de spullen die hij allemaal al had klaargelegd en liep terug naar het huis. Nu moest hij alleen nog zorgen dat hij zijn zenuwen en gevoelens onder controle bleef houden. Anders werd het niets.
Hij moest toegeven dat hij zich had verkeken op de aard en omvang van de klus. Maar hij was op tijd. Morgen, vrijdag, kwam de vuilniswagen de containers legen. De afspraak was dat ze tot maandagochtend bij hem zou blijven, dus niemand zou haar nu al missen.

Zondagavond
De aanblik van het bloed op het plastic wende snel, maar de geur deed hem af en toe nog kokhalzen. Hij was gisteren een paar keer de stad in gegaan, maar de geur leek aan hem te kleven. Vandaag had hij zijn krot dan ook niet meer verlaten.
Studio sport. Hij had, ondanks alles, genoten van de samenvattingen. Na afloop van het programma pakte hij zijn telefoon. Vreemd eigenlijk, dat hij zijn ex nooit uit het sneltoetsmenu had verwijderd. Ze was zijn nummer een al heel lang niet meer. Twee jaar en zeven maanden om precies te zijn.
Hij maakte eerst met behulp van de instellingen van zijn mobiel de optie ‘anoniem bellen’ actief, zodat ze in ieder geval zou opnemen, zette de mobiel op de luidspreker en drukte de sneltoets in. Hij hoorde hoe de elektronische piepjes het nummer weergaven en hij wachtte geduldig. Na vijf keer nam ze op.
‘Met Lilian Hazeldonck’. Ze hijgde nog. Had haar mobiel natuurlijk nog beneden op de eettafel laten liggen en was vast weer met die stomme hobby op zolder bezig geweest. De trut. Daar zou ze de komende tijd niet veel aandacht aan kunnen besteden, schatte hij zo in.
‘Met Frits.’ Zijn stem sloeg over. Hij schraapte zijn keel. En gaf haar onbedoeld de ruimte te reageren.
‘Frits? Wat wil je? Moet ik weer komen opdraven? Morgen om 9.00 uur bij school! Afspraak is afspraak, hoor je? Gaat het nu meteen al mis? Dan maar een zondagavond niet de kroeg in! Het leven draait niet uitsluitend om Frits van Houten! Het was natuurlijk…’
‘Lilian? Hou je waffel! Ik heb de droeve taak je te informeren dat onze dochter is overleden. Je ziet haar nooit meer. Niet levend en niet dood. Ze heeft nauwelijks geleden. En jij bent de volgende op mijn lijstje.’
Dat laatste was een leugen en waarschijnlijk aantrekkelijker voor haar dan de waarheid, maar dat kon zij nog niet weten. Terwijl haar hysterische geschreeuw door de speaker klonk, verbrak hij de verbinding. Hij pakte het via internet aangeschafte pistool, stak de loop in zijn mond en drukte af.
Daarna was er alleen nog maar stilte.